Friday, July 16, 2010

Chillend in Chili

Van Argentinië naar Chili. Mijn nieuwe bestemming voor de komende twee weken. Een misschien nog wat onderondekt land als het over Zuid-Amerika gaat en veel toeristen skippen Chili of bezoeken alleen San Pedro of Santiago in een vogelvlucht. Vogelvlucht? Misschien wel leuk om iets over de Condor te vertellen. Voor de duidelijkheid, de Condor is een vogel (jaja) en dit vliegend dier bevindt zich tevens op de vlag van Chili. Loyaliteit, dat is de boodschap die deze vogel brengt. Omdat hij zijn kinderen te eten geeft of omdat hij in gezellige groepen leeft? Het gaat nog veel verder. Zo ver, dat de Condor vraagtekens zet bij Darwins ´the-survival-of-the-fittest´ bevindingen. Hoe? Heel simpel. Op het moment dat of het vrouwtje of het mannetje dood gaat, de andere zelfmoord pleegt. Hoog de lucht in vliegen en de vleugels intrekken richting de rots. Bijzonder, bizar en zeker loyaal.

De grens over in het noorden. Een kruising waar je U tegen zegt. Om die reden moest ik mezelf beloven om wakker te blijven, ondanks ik maar drie uur de nacht ervoor geslapen had. Bij bus van Salta (Argentinië) naar San Pedro (Chili) steek je namelijk de Andes (letterlijk) over en kun je je uren vermaken door uit het raam te kijken en enkel de Altiplano te bewonderen. De klim ging, na het opnieuw bezichtigen van de zeven kleuren berg, vrij snel naar 4000 meter en vanaf daar vervolgde de ´ik-bevind-me-op-mars´ reis.
Die tocht begon de hoofdpijn langzaam op te spelen en werd ik geconfronteerd met hoogteziekte. Na de Argentijnse grens (werkelijk in de middle-of-nowhere)gepasseerd te hebben vervolgde de reis nog ruim 2 a 3 uur in niemandsland. De stempel van Chili kreeg ik namelijk pas bij aankomst in San Pedro. Eenmaal aangekomen in San Pedro was ik blij dat Quinten (Nederlands) al een hostel via een vriend gereserveerd had, want hoogseizoen was nu ook hier aangebroken.

San Pedro is zo´n beetje precies wat ik me ervan voorgesteld had; zand, kleine schattige ´klei-huisjes´ uit het jaar 0, zand, kou en nog meer zand. Vanaf moment één mocht ik dit dorpje al (hoewel minder toerisme zeker niet verkeerd zou zijn). Geen taxi´s, geen geasfalteerde straten, lekker back to basic. Precies, heerlijk door het zandduinen struinen in San Pedro. Aangekomen in dit dropje in de droogste woestijn ter wereld, een bijzonder gevoel. Om mijn slaap in te halen en mijn gevecht tegen de kou te winnen ben ik de eerste nacht bijzonder vroeg onder mijn vier of vijf(!) dekens gekropen. Het was ´s nachts duidelijk dat ik me in de woestijn bevond want de sterren straalde overal ontzettend helder om me heen en mijn raam liet geen straaltje licht meer binnen.

De volgende dag moest ik iets met het overvloed aan zand doen, het was er immers niet voor niets. Dus besloten Quinten en ik te gaan sandboarden. Gelukkig kon ik mijn snowboardskills hier enigzins inzetten om te voorkomen dat ik van de berg af rolde. Na ruim twee uur alle energie in het opklauteren van de zandberg te hebben gestopt vertrokken we naar Valle de la Luna (Maanvallei) om het ruwe rotslandschap bij zonsondergang te aanschouwen. Een ware associatie met de maan, nietwaar? Ik kan het je niet vertellen, aangezien ik de maan op dit moment nog niet bezocht heb, maar de bedenker van de naam moet hier toch duidelijk een associatie gezien hebben... Overigens, misschien moet ik de naam wel met een korreltje zout nemen, aangezien ook Argentinië en Bolivia voor sommige valleien dezelfde namen erkennen.

Op woensdag zou ik misschien vertrekken naar Salar (zoutvlaktes) de Uyuni maar na lang wikken en wegen heb ik toch besloten deze tocht (in deze reis) over te slaan. Tijdens mijn reis naar en in San Pedro werd ik namelijk al geconfronteerd met de hoogte, droge lucht en verkoudheid; enigzins een aanslag op mijn ademhaling. Om meteen voor vier dagen te stijgen naar 3500-4500 meter leek me niet de verstandigste optie, zeker gezien het feit dat ik veel spots van de tour al gezien had of nog ging zien...

Dus in plaats van Uyuni vertrok ik de volgende dag richting Salar de Atacama. Een korte rit bracht mij -en de andere Chileense toeristen- bij de grootste zoutvlaktes van Chili, welke ruim 100-150 jaar geleden zijn ontstaan toen zoute grond uit vulkanen in de Andes werd gespuwd en door regen naar beneden werd gespoeld. Vanuit mijn uitzicht over de zoutvlaktes hoef ik me enkel om te draaien om oog in oog te staan met de flamingo´s die in het tegenoverliggende meer, Laguna Chaxa, aan het badderen waren.
Op weg naar de volgende twee lagunas maken we een korte stop in Solcaire om de kerk te bewonderen. In Zuid-Amerika heb ik de meerdere kerkjes al mogen bezichtigen en de diversiteit is duidelijk aanwezig. Kerkjes van hout of steen, en kleuren variëren van rood tot grijs. Er is geen standaard meer. Om naar de lagunas Miñiques y Miscanti te komen maakt de buschaffeur een klim zigzaggend door de Altiplano. Landschappen van woestijnuiterlijk met gele grashalmen tot groene bergbekleding wisselen elkaar af tot we de Laguna Miscanti naderen. Een helder blauw meer met fantastische bergen worden aan het beeld toegevoegd. Vanuit mijn standpunt kan ik in de verte ook al het andere meer zien liggen. De twee laguna's waren lang geleden één meer, maar door lava van een uitbarsting van de Miñiques vulkaan zijn ze gescheiden. Het beeld is helemaal compleet als de vicuñas -familie van de kamelen- om de hoek komen. Ik bevind me duidelijk niet in Nederland of ergens dichtbij. Na de lunch in Solcaire bezocht ik nog even de ´grote´ attractie van het “pitoresk” dorpje Toconao, de kerktoren.

Aan de natuurwonders die ik in deze reis als gezien had -watervallen, gletsjes en zoutvlaktes- was er nog zeker één die ik wilde toevoegen; geisers. Als ik dan toch in San Pedro was, waarom dan niet de hoogste geisers ter wereld bezoeken? De tatio geisers bevinden zich namelijk op 4200 meter hoogte.


Een random donderdagochtend (of zal ik nacht zeggen) om half vier. Mijn telefoon wekt mij om op te staan voor de tatio geiser. Ter toevoeging, het is donker en koud. Maar de sterren stralen. De twee uur in de bus heb ik voornamelijk om me heen gekeken en afgevraagd hoe de omgeving er uit zou zien gedurende de dag. Het antwoord hierop zou de terugreis me vertellen. De Tatio geisers liggen verspreid over een oppervlake van zo´n 10 km en zijn er werkelijk in alle soorten en maten. Bij aankomst was de stoommachine al op gang, terwijl de zon nog ergens ver weg was en het kwik niet boven min dertien graden uit kwam. Conclusie, nog steeds koud. Waarom zo vroeg in de kou? Dat had ik te danken aan de zonsopgang. De warmte- wisseling door de opkomst van de zon zorgt er namelijk voor dat de geisers wakker geschut worden. De activiteit vind dus enkel plaats bij zonsopgang. Zo´n uur heb ik over het geiserveld rondgelopen met Frans gezelschap om het gepruttel en gespuw van de geisers te aanschouwen. O, pas op; achter je begint een andere. Je zou maar jezelf verbranden, ik zou dan niet de eerste zijn... Fantastisch! Langzaamaan kwam ook de zon een kijkje nemen en tegen de tijd dat het warmer werd stond het ontbijt voor ons klaar. Wat had ik graag een eitje willen bakken in de geisers, maar helaas ontbraken die bij ons ontbijt. Om echt op te warmen heb ik een voetbadje genomen in ´het zwembad´ iets verderop, gevuld met water uit de geisers. Ook de zon draagde inmiddels een steentje bij. Op de terugweg werd ik verbaasd door het landschap. Groen en puur, inclusief dierlijk schoon. Op deze route was een groot deel van het repetoire aan dieren te zien welke Chili zo ongeveer allemaal telt; vicuñas, vossen, lama´s, ezels en verschillende vogels. Alvorens in San Pedro te arriveren was een korte pauze gereserveerd voor Machaca, een klein dorpje met enkel vijf inwoners.


Inmiddels bevond ik me al drie dagen in San Pedro en kende ik het dropje meer dan op mijn duimpje. Dus tijd om naar de volgende bestemming te verhuizen. Maar, niet voordat ik nog een rondje door de woestijn gemaakt had. Dit keer een keer niet met de auto, maar als ruiter. Uiteraard op een paard. Donderdag vertrokken Dorothy (Duitsland), Stacey (Engeland), Lora (Duitsland) en ik samen met een ervaren ruiter de woestijn in. Of beter gezegd, we werden de woestijn in gezogen. De wind was nogal heftig en de paarden reageerden daar nogal fel op. Met teugels en commando´s probeerden we de paarden enigzins in bedwang te houden toen de wind zo hard ging blazen dat het een ware zandstorm leek. Een mooi woestijnavontuur, waar drie uur later vier zandvrouwtjes terug arriveerden in San Pedro. Een mooie tijd om te vertrekken uit het zanderige San Pedro.

La Serena was de volgende bestemming op mijn route. In tegenstelling tot veel andere plekken die ik had aangedaan is deze vrij ´geheim´ bij Europese toeristen. Nu moet ik ook toegeven dat in vergelijking met andere plekken in La Serena voornamelijk het strand de trekpleister is. Zo ook voor mij. Na zand zonder water tijd voor het strand om te surfen. De eerste dag in La Serena heb ik samen met Dorothy -die ongeveer dezelfde tijd in Santiago moet zijn- voornamelijk een beetje in de stad rondgehangen. De tweede dag was het tijd voor de kennismaking met de lokale cocktaildrank, Pisco. Daarvoor reisden we af naar de Equi Valley. Onderweg duiken billboards op in de bergen met de beste en nieuwste pisco-merken. Duidelijk, we zitten in de juiste regio.

Tijdens onze tocht naar de pisco werden Doro en ik meteen ook geinformeerd over een ander natuurverschijnsel in Chili; aardbevingen. Regelmatig vinden er in Chili kleine aardschokken plaats en bevingen onder de zes op de schaal van Richter worden in de Chileense volksmond zelfs niet eens aardbevingen genoemd, maar gaan door voor ´tremors´. Zodra een stad langs de kust ligt is het gevaar zelfs groter omdat de aardbeving samen kan gaan met een tsunami. Om die reden heeft elke inwoner (geloof het of niet) altijd een tas klaar staan voor het geval dat... Tenminste dat werd ons verteld. Maar wat is ´dat geval´; op welk moment is het tijd om te vluchten? Dat moment breekt aan wanneer je niet meer op eigen benen kunt staan. Letterlijk uiteraard. Claro, mijn kennis over vluchtplannen tijdens aardbevingen is uitgebreid. Eigenlijk zelfs één dag te laat, aangezien La Serena (en dus ik) die avond ervoor een kleine confrontatie kreeg met een ´tremor´. En laat het nu net zijn dat ik als een blok lag te slapen tijdens deze kleine beving...

Na de kennismaking met de Pisco en de aardbeving was het afgelopen maandag surfing-time. Niet voor niets had ik gemarkeerd in mijn reisbijbel (lees: Lonely Planet) dat La Serena een mooie uitvalbasis was voor surfers en windsurfers. Een mooie plaats om mijn surfgeschiedenis (van slechts twee uur in Holanda) hier uit te breidden. Met een watertemperatuur van ongeveer 15 graden en sterkere golven overtreft La Serena de Nederlandse kust... Ik vermaak me wel!

Op mijn route naar Santiago was er nog één ander stadje stopwaardig. Een stadje waar je ondanks de beperkte bezienswaardigheden je ogen uitkijkt. Alsof ik me spontaan artistiek voel door enkel rond te lopen. Aan kleuren ontbreekt het niet en op sommige momenten heb ik zelfs het gevoel dat ik onderdeel uitmaak van de graffitikunst. Ieder die Chili heeft aangedaan zou deze omschrijving direct kunnen plaatsen en invulling kunnen geven aan het ..........letterige woord; Valparaiso. Twee dagen heb ik rondgedrendeld door dit stadje met Doro, Kimm (Nederlands) en Ivo (Duitsland). Valparaiso is fantastisch mooi maar ook ontzettend arm en straatcriminaliteit is een bekend probleem. Maar dankzij onze persoonlijke begeleiding, een attente en vriendelijke hond die ons vanaf het hostel mee volgde, hebben wij alle culturele uithoekjes veilig aan kunnen doen.

Op het moment dat ik Santiago binnenkom besefte ik me dat elke volgende bestemming voor mij een overtreffende trap was. Huh, overtreffende trap? Oke. Om iets duidelijker te zijn; ik begon in het kleine ´middeleeuwse dorpje` San Pedro, vervolgde naar het kleine kuststadje La Serena, liet Valparaiso het vorig plaatsje overtreffen en vluchtte door naar metropool Santiago. Bij aankomst in deze meteropool werd ik verwelkomd door Jasmijn. Na mijn bepakking in de hostel achter te laten zijn Jasmijn en ik de stad in gedoken, waar verschillende spots elkaar afwisselde; van de heuvel Santa Lucia naar het hart van de stad -Plaza del Armas-, om vervolgens de vislucht op te snuiven op Mercado Central voordat we de kleurrijke uitgaanswijk Bella Vista aandeden. In de avonduren sloot Milenko (vriend Jasmijn) aan met vrienden en kon ik na het Chileense avondmaal het uitgaansleven in Chili proeven. Een overvloed aan Santiago-indrukken op doen in één dag, er is me bewezen dat het mogelijk is!

De volgende dag breidde ik mijn indrukken uit door een bezoek te brengen aan San Cristobal. Na ruim anderhalf uur rondom de berg gecirkeld te hebben -en gepasseerd te worden door wielrenners en gevolgd door honden (Jo, als je lieve straathondjes wil zien dan kan ik je overhalen Zuid-Amerika te bezoeken!)- kwam ik aan bij de Maagd van de Onbevlekte Ontvangenis (Virgen de la Inmaculada Concepción), die vanuit vele delen van de stad kan worden gezien. Vervolgens heb ik nog een zelfverzonnen (zeer creatief) citytour gelopen om het gouvernementspaleis op Palacio de la Moneda aan te doen. Om de creativiteit in Santiago terug te vinden had ik in mijn tour ook enkele musea verstopt, maar helaas moest ik deze schrappen. De aardbeving van afgelopen februari bleek namelijk zelfs in Santiago een flinke aanslag te hebben gepleegd.

Vanuit Santiago lijkt zo ongeveer alles mogelijk te zijn. Wil je hiken in de bergen, dat kan. Of skiën in de sneeuw, geen enkel probleem. Toch voor surfen op het strand, ook dat kan waargemaakt worden. Bijzonder, hoe een stad en zijn omgeving in de winter zoveel te bieden heeft. De stad met de andes als achtergrond. Santiago. De uitnodiging van Jasmijn om met Milenko en zijn broertje mee te gaan surfen in het ware surfersparadijs van Chili kon ik natuurlijk niet afslaan. Dus vertrokken we zondagvroeg richting Pichilemu, de locatie waar de landelijke surfcontests gehouden word. Op het moment dat we bij de cliff aankwamen was het mij overduidelijk dat ervaren surfers hier hun hart op konden halen als het gaat om de surfsport. Enkele gaven dan ook het voorbeeld. Overigens niet voor mij, want mijn surfkwaliteiten waren verre van het niveau om me te wagen aan die extreme golven. Dus zochten wij de rustigere golven op. Helaas, stelde die ´golven´ ons enigzins teleur voor een surfmekka. Na ruim een uur voornamelijk gepeddeld te hebben zijn we maar opzoek gegaan naar de beste empanadas in town. Geen verkeerde beslissing! Bij terugkomst in Santiago stond de tafel bij de ouders van Milenko gedekt en zijn wij aangeschoven. Echt bijzonder om een kort stapje in het gezinsleven te zetten en op deze manier de cultuur mee te krijgen.

Open, dicht, dicht, dicht, open... Waar heb je het over? Over de grens, de grens opnieuw over de Andes. Dit keer alleen van Santiago naar Mendoza. De afgelopen dagen hadden de sneeuwvlokken zich aardig laten zien en was de grens regelmatig gesloten. De extreemste Zuid-Amerikaanse winter (bron: Esmeralda ;) in 10 jaar. Extreem, extreem; voor mij voelde het nog niet zo, omdat ik nog in zonneschijn en tien graden zat. Maar goed, ik moest ook niet vergeten dat onder mij zich nog een heel stuk Chileens en Argentijns land bevond. Die grens. Het was dus maar de vraag of je die dag de Andes kon doorkruisen of in een militaire kampje moest slapen. Overigens ook een ervaring. De zonnestralen van de zondag en maandag hebben me geholpen en ik was in staat Argentinië te bereiken. Vrachtwagens, vrachtwagens, trucks (voor de verandering) en nog meer vrachtwagens stonden in een rij van curve 1 tot en met curve 30 achter elkaar, als een dominospel. Overduidelijk dat de grens de afgelopen week lang gesloten was en alle chauffeurs de hoop op maandag hadden.

Et voila; Bienvenidos a Argentina!

Wednesday, July 7, 2010

Salta; un dia mas, un dia mas, et cetera

Nu ik me ruim een maand op de Argentijnse aardbodem bevind beginnen de verschillen tussen verschillende plekken in Argentinië zichtbaar te worden. Reizend richting het noorden begint de mate langzaam uit het straatbeeld te verdwijnen. Op uitzondering van de toeristen-´verkooppunten´, waar de mates nog in overvloed te vinden zijn. Waarom is de mate hier niet zo populaire; zou het komen doordat het zonnetje hier hier beter zijn best doet, of is de mate juist verstoten door de cocabladeren? Het blijft me nog even een raadsel...

Mijn conclusie dat Argentinië ongelofelijk divers is had ik al eerder getrokken. Het ene moment sta je met je winteroutfit bij de gletsjer omgeven door enkele centimeters sneeuw, terwijl je daarvoor nog de regenboog bewonderde bij de subtropische watervallen en dan heb ik het nog niet eens over de mooie zonnige omgeving van de Andesgebergte rondom Salta; dit allemaal in (de winter van) Argentinië.

Elke stad heeft zijn eigen karakter en de Spaanse invloeden zijn in de ene stad duidelijker op te merken dan in de andere. De stad die na Mendoza op ons lijstje stond was Cordoba, een drukkere (studenten)stad waar kunst een belangrijke rol speelt. Na de afgelopen dagen aardig wat plattegronden bestudeerd te hebben was het dit keer een verademing dat Nico -heeft in Cordoba gestudeerd- ons de stad kon laten zien. Cordoba staat wereldwijd bekend om zijn galerijen en dus konden Elise en ik daar zeker niet aan ontsnappen. Om kunst en cultuur te gaan snuiven bezochten we onder andere de Museo Provincial de Bellas Artes Emilio Caraffa. Echt een aanrader; divers, indrukwekkend en speels.

Na twee dagen Cordoba vertrokken we weer verder noordwaarts, naar Salta. Het plan was vervolgens om enkele dagen in Salta te blijven en vanuit daar de zoutvlaktes van Uyuni (Bolivia) op te gaan. Tot Salta was de informatie schaars en tegenstrijdig als het ging om de route naar Uyuni. Verschillende opties kwamen beetje bij beetje binnen, de ene beter dan de andere. Uiteindelijk bleek het niet eenvoudig om samen de zoutvlaktes op te gaan wegens tijdsrestrictie en beperkte mogelijkheden om terug te keren naar Salta. Daarom was het plan opnieuw onderhevig aan een wijziging; mijn plan is nu om via Chili naar de zoutvlaktes te gaan. De tijd tikte door in Salta en voor we het wisten zaten we in deze stad al een kleine week. Maar nu moet ik ook wel zeggen, dat zowel de stad als de omgeving het meer dan waard is om iets meer tijd van onze reis te krijgen. Bovendien helpen de zonnestralen ook wel, om te beslissen hier enkele dagen langer te blijven.

De Spaanse invloeden zijn in deze stad duidelijker zichtbaar zijn, met name in de bouwstijl. Prachtige landschappen en knusse dorpjes omcirkelen Salta. De meest bijzondere berg in de omgeving ligt in Purmamarca; de berg met de zeven kleuren. Elke kleur staat voor een ecologische geschiedenis en in geen andere berg is de zoveel af te lezen. uno, dos, tres, cuatro, cinco, seis, siete, ocho, nueve...als ik mijn fantasie gebruik tel ik zelfs meer dan zeven kleuren want tinten lopen in elkaar over. De kleuren van de rotsen ontstaan door oxidatie van de verschillende mineralen in de bodem; mangaan geeft een paarse kleur, koper zorgt voor groen, klei is verantwoordelijk voor geel en afhankelijk van het ijzergehalte kleurt de rots in verschillende kleuren rood. Na het bezoekje aan de berg hebben we ook enkele kleine plaatsjes aangedaan; van Purmamarca tot Humuaca.

Na ruim zes dagen in en rondom Salta doorgebracht te hebben is Elise weer vertrokken richting Buenos Aires, waar haar vlucht ruim een week later weer richting Nederland gaat. De laatste avond samen in Salta hebben we op zijn Argentijns gevierd. Lokale muziek, een goede atmosfeer en een heerlijke steak waren de ingrediënten van La Casona del Molino!

De volgende dag besloot ik opnieuw iets van de omgeving van Salta te zien; de ander mooie route rondom Salta -die ik niet kon ontzien- was die richting Cachi. Zigzaggend de bergen door en wegdromen in een omgeving van cactusvelden en groene bergen. De cactussen in het Parque Nacional las Cordonas vertelde mij dat wij inmiddels een hoogte van 2000 tot 2500 meter bereikten. De reis vervolgde in de groene valley, waarna we ongeveer twee uur later aankwamen in Cachi. Een klein dorpje waar het zonnetje straalden. Vergeleken met Purmamarca of Humuaca had Cachi niet ontzettend veel te bieden. Alles draaide om de prachtige vallei die dag!

Opvallend is dat het noorden van dit zo diverse land begint beetje bij beetje meer overeenkomsten met Bolivia en Peru te krijgen. Niet geheel onlogisch, aangezien deze landen allemaal deel uitmaken van de andescultuur. Zelfs de Inca´s -die in Peru niet uit de geschiedenis weg te denken zijn- hebben ook in Argentinië een belangrijke rol gespeeld en hun sporen achter gelaten. Ook de kleurrijke dekens en kleding verschijnt hier in en rondom Salta en het weer begint om te slaan naar echte zomer. Oke, de hittegolf zoals in Nederland staat nog ver weg van de temperaturen hier.

Opmerkelijk is dat in welke stad in Argentinië je ook bent de naam van het centrale plein is met een grote kans te voorspellen. Zonder een blik op de plattegrond te werpen. Ofwel Plaza 9 of Julio, San Martin Plaza of Belgrano. Ook de creativiteit als het gaat om straatnamen is voor elke stad vrij beperkt. De verklaring ligt dicht bij de dag van vandaag; 9 juli. Tot 9 juli 1816 was Argentinië in handen van de Spanjaarden. Soldaat José de San Martin en Manuel Belgrano zijn de hoofdrolspelers als het gaat om de strijd tegen de Spaanse kolonisatie. De bevrijding van zowel Argentinië, Chili als Peru werd een feit door deze ´geschiedenisschrijvers´, met steun van de gauchos.

Wat betreft deze gebeurtenissen lijkt het alsof ik op de juiste tijd op de juiste plek ben. Allereerst vanwege de ´gaucho-optocht´. Aan het begin van ons verblijf in Salta (afgelopen zondag) waren Elise en ik namelijk aan het rondstruinen over een markt -het enige wat er zo ongeveer te doen was op die zondag- en op onze route terug werden we overdonderd door paarden, ruiters, en nog meer paarden. Gauchos zo bleek. Eens per jaar kwamen de gaucho-families die in en rondom Salta wonen gezamelijk naar Salta om daar zichzelf tentoon te stellen. Een andere grote happening verwachte ik op 9 juli, independence day. Om die reden besloot ik ook 9 juli nog in Argentinië te blijven en pas maandag richting Chili te vertrekken. Helaas, bleek de dag normaler dan verwacht. Het enige verschil met een gewone vrijdag was dat de uitgaansgelegenheid donderdagavond een stuk drukker was en dat de winkels vrijdag dicht waren. Oke, oke, hier en daar zag ik de oude klederdracht en er bleek heel vroeg die ochtend iets plaats te hebben gevonden...

Uiteraard is aankomende zondag gereserveerd om support te geven aan het Nederlandse team en hopelijk vind ik nog even tijd om een museum in te duiken, voordat ik maandag vertrek richting San Pedro de Atacama (Chili).

Besos!